Welke relatie kunnen we als boeddhisten hebben met ons lichaam?

Boeddha geeft direct advies over hoe we over ons lichaam, onze spraak en onze geest kunnen denken. Hij legt uit dat het lichaam een ​​belangrijk middel is om wezens te beschermen. Dit kan min of meer psychologisch worden geïnterpreteerd. Het lichaam is er om genereus te zijn en anderen te geven wat ze nodig hebben. Het is ook een middel om liefde te geven. Vergeleken met het christendom ziet het boeddhisme het lichaam totaal anders. Het is op geen enkele manier vies of zondig.

Hoe hoger de lessen, hoe zuiverder het lichaam wordt gezien. Op het niveau van de beoefening zien we het als vol energiekanalen en totaal puur, als altijd fris en nieuw, als opwindend en zinvol. We zien al het vrouwelijke als de uitdrukking van vijf wijsheden en alles wat mannelijk is als de uitdrukking van vier soorten verlichte activiteit. Door deze visie vast te houden en anderen nooit als saai of onaantrekkelijk te zien, maken we een enorme hoeveelheid creativiteit, liefde, vreugde en kracht in ons vrij, wat vervolgens voor het beste van alle wezens werkt. Om anderen te beschermen, materiële dingen en liefde te geven – dat zou echt een goed boeddhistisch begrip van het lichaam zijn.