Er zijn vier basisgedachten die een belangrijke betekenis voor boeddhisten hebben.
De eerste basisgedachte is dat we de zeldzame en bijzondere kans waarderen die het ons mogelijk maakt om in contact te komen met onderricht dat naar verlichting leidt, en om ermee te werken en ervan te leren. Alle wezens willen geluk ervaren en leed vermijden. Zelfs een mier kruipt weg om te voorkomen dat hij wordt gedood en ook mensen doen er alles aan om zich goed te kunnen voelen. Het is dus belangrijk om in contact te komen met onderricht dat duurzaam geluk brengt.
De tweede basisgedachte is dat we deze kans niet altijd zullen hebben. Wat geboren is, zal ook sterven. Wat samengekomen is, zal ook uiteenvallen en wat ontstaan is, zal ook weer verdwijnen. Onze tijd is beperkt. Het is zeker dat ons leven zal eindigen, maar we weten niet wanneer. Ontdekken dat we deze kans hier en nu hebben en die willen benutten is daarom iets heel waardevols.
De derde basisgedachte is dat alles in de wereld functioneert op basis van oorzaak en gevolg, en dat onze huidige handelingen, woorden en gedachten onze toekomst zullen vormen. Of we het ons realiseren of niet, alles wat we doen, zeggen of denken laat indrukken achter, zowel in onszelf als in de wereld buiten ons. Deze zullen later naar ons terugkeren. Negatieve indrukken zullen zich in de toekomst manifesteren als leed of onplezierige situaties, tenzij we meditaties gebruiken die ze kunnen verwijderen.
De vierde basisgedachte is dat er geen ander alternatief is dan Boeddha’s lessen te gebruiken. Verlichting betekent hoogste vreugde. Er is niets meer vervullend en alomvattend dan deze toestand van eenheid met alle dingen, alle wezens, alle tijden, en alle richtingen. Bovendien, hoe kunnen we anderen helpen als we zelf verward of verstoord zijn?
Stilstaan bij de vier basisgedachten is de basis voor boeddhistische beoefening en meditatie. Houden we daarentegen vast aan onze gewoonten en tijdelijke waarden, dan is leed niet te vermijden. Als we blijven denken “ik ben mijn lichaam” en “dit is van mij”, dan zullen ouderdom, ziekte, dood en verlies zeer onaangenaam zijn. Niemand kan pijn vermijden door te zeggen: “Dat gedoe met verlichting is te moeilijk voor mij”. Er is geen groter doel in het leven dan waarden te vinden die leed en dood voorgoed overwinnen.