Om dit te begrijpen is het belangrijk te weten dat de hersenen de geest niet voortbrengen maar omvormen. De informatiestroom wordt bijeengehouden door de illusie van een ‘zelf’ en beweegt zich van het ene begrensde bestaan naar het andere. Daarbij doet deze indrukken op die tot rijpheid komen in een volgend leven. De ruimteachtige essentie van de geest kan niet sterven of geboren worden. Wat uiteindelijk wordt wedergeboren in een ander lichaam is de constant veranderende informatiestroom.
Lichaam en geest ervaren een hele reeks constant veranderende zintuiglijke en onderbewuste indrukken, waarbij de ene wordt vervangen door de ander. Niets is blijvend in ons lichaam, niets in onze gevoelens of gedachten kan als ‘ding’ worden gevonden. Na de dood wordt deze stroom afgesneden van de zintuiglijke ervaringen van een lichaam. De sterkste neigingen van de geest zullen het voortouw nemen en zich verbinden met een bijpassend fysiek of mentaal lichaam.